Hoogbegaafde kinderen maken een andere ontwikkeling door dan gemiddelde kinderen. Als je hoogbegaafd bent, loop je in je cognitieve ontwikkeling ruim voor op leeftijdsgenoten. Dat terwijl je op emotioneel gebied ‘gewoon’ als andere kinderen van je leeftijd bent. Dit betekent dat je samen met je ouders extra uitdagingen tegenkomt. Met cognitieve ontwikkeling bedoelen we kennis en informatie verwerven, verwerken, opslaan en weer toepassen. Hoogbegaafdheid combineert een hoge intelligentie met een hoge mate van creativiteit en een sterke motivatie en taakgerichtheid. Deze mensen zijn vaak snel zintuiglijk geprikkeld; Kazimierz Dabrowski noemt dat overexcitabilities. Volgens Franz Mönks (1991) moet het IQ > 130 zijn voordat je spreekt van hoogbegaafdheid. Veel deskundigen zijn het hier niet mee eens, omdat onderpresteerders volgens deze definitie niet hoogbegaafd zouden zijn.

Op jonge leeftijd spreken we meestal nog niet van hoogbegaafdheid, maar van een ontwikkelingsvoorsprong. Welke term je ook kiest, het is duidelijk dat je behoefte hebt aan andere begeleiding, vergeleken met de begeleiding die gemiddelde kinderen nodig hebben. Als jouw ouders en school jou die begeleiding niet kunnen geven, zal dat jou beschadigen.

Voor een hoogbegaafd kind is het belangrijk dat zijn ouders zien dat hij:

Zich op cognitief gebied sneller ontwikkelt dan leeftijdsgenoten. Heel veel weet en kan, soms meer dan de volwassenen om hem heen (hij ziet bijvoorbeeld de juf fouten maken).
Net als andere kinderen uitdaging nodig heeft om te kunnen leren en dat groeien gepaard gaat met vallen en opstaan.

Heel creatief kan zijn (met materialen, met woorden, in zijn denken).
Heel gevoelig is (ook wel hoogsensitief genoemd).
Een groot empathisch vermogen heeft (veel hoogbegaafde kinderen gaan spontaan meehuilen als een ander verdriet heeft).

Door zijn gevoeligheid misschien snel geprikkeld is (bijvoorbeeld door de randjes in zijn sokken, fel licht of harde geluiden).
Heel sociaal is (al denkt en zegt men heel vaak dat hoogbegaafden niet sociaal vaardig zijn).

Gevaren goed doorziet, daardoor extra voorzichtig is en zich zodoende motorisch langzamer ontwikkelt.

Ben je niet gezien en herkend als hoogbegaafde? Dan heb je niet de juiste ondersteuning en begeleiding gekregen. De kans is groot dat bij jou dan sprake kan (gaan) zijn van het volgende:

Je gaat twijfelen aan jezelf (ik ben dom, onhandig of onaangepast). Je gaat je aanpassen aan wat van jou wordt verwacht.
Je gaat rebelleren.
Je gaat je afsluiten.

Je hebt weinig aansluiting bij de interesses van leeftijdsgenoten. Je leert niet door te zetten.
Je loopt vast op de basisschool of middelbare school.
Je hebt moeite met leuke vriendschappen vinden.

Je voelt je heel onzeker in sociale situaties.
Je zult minder van je capaciteiten en kwaliteiten realiseren. Je gaat onder jouw niveau een studie volgen en werk doen. Je wordt heel perfectionistisch.
Je wilt alles onder controle hebben en houden.