De problemen die volwassenen met kinderen en jongeren hebben, ontstaan vaak omdat volwassenen geneigd zijn om niet verder te kijken dan het gedrag van een kind. Ze zien iets gebeuren en vragen het kind: ‘Waarom doe je dat?’ Of ze zeggen: ‘Hou nou eens op met dat gedrag’. Dat werkt niet. Het zorgt ervoor dat een kind zich alleen maar ellendiger gaat voelen en nog meer van dat gedrag laat zien. Volwassenen vergeten vaak te onderzoeken hoe het van binnen zit bij een kind: ‘Waarom reageert dit kind juist op deze manier?’

Als het je niet lukt om verder te kijken dan het gedrag van een kind, kom je in een negatieve spiraal terecht en kom je als school bijvoorbeeld al snel op het punt dat je geen andere weg meer ziet dan het invoeren van gedragsprotocollen. Dat werkt averechts. Je hebt te maken met angstgerelateerde stress. Die los je niet op met een gedragsprotocol.

Heel simpel gezegd, gaat het erom wat er in de kern van je hersenstam gebeurt. Daar zijn in de basis maar twee smaakjes: veilig en onveilig. Als je je veilig voelt is er niets aan de hand. Maar iedereen voelt zich in het dagelijks leven in allerlei situaties wel eens onveilig. Daarin heeft iedereen basale primaire reacties: vechten, vluchten, bevriezen, onderwerpen, etc. Dat is de reden dat het ene kind zich meer als een muurbloempje gedraagt en het andere kind meteen in de vechtmodus schiet. Als jij je hier als volwassene bewust van bent, kun je hier adequaat op inspringen en een kind helpen om er achter te komen wat er achter zijn primaire reactie verscholen gaat.

Elk kind wil geliefd zijn en begrepen worden. Ook het kind dat agressief gedrag vertoond. Dat gedrag wil alleen maar zeggen dat er heel wat onder zit waar jij totaal nog geen weet van hebt. Jij bent als volwassene geen agent die de orde moet handhaven. Jij hebt de taak om veiligheid te creëren voor anderen en voor jezelf. Dat gaat je niet lukken met een protocol. Je moet op een andere manier gaan kijken naar een kind. Het vraagt van jou dat je stopt met het geven van allerlei interpretaties en invullingen aan gedrag van een kind. Hoe kun jij het kind denken te kennen zonder dat je naar hem geluisterd hebt? Dat is onmogelijk.

Denk je eens in: Je bent oprecht over je toeren en je bent zo kwaad dat je helemaal uit de pan flipt. Vervolgens gaat er iemand tegen je schreeuwen dat je op moet houden. Of erger nog: iemand grijpt je vast. Dat is toch het laatste waar je op dat moment behoefte aan hebt! Dan ga je alleen maar door. Een kind met zulk gedrag voelt zich eigenlijk gewoon heel onveilig van binnen, heel verdrietig of misschien bang.
Het is de kunst voor volwassenen om in deze situaties rustig te blijven in plaats van meteen in actie te komen. Je moet je eigen ego even aan de kant zetten en kwetsbaar durven zijn.

Je voelt je misschien zelf bang of onzeker, maar lukt het je om bij het kind te blijven? Kun je bij hem blijven? Kun je hem blijven zien? Blijven horen? Blijven voelen? Jij voelt je misschien rot, maar het kind voelt zich nog veel rotter dan jij. Als je echt goed in zijn ogen durft te kijken, zie je zijn ellende. Als het dan lukt om bij hem te blijven, beginnen de tranen vanzelf te lopen. Ook bij jezelf!

Je bent niet zwak als je als volwassene zegt: ‘Ik voel me nu verdrietig of onzeker’. Dat maakt je juist heel sterk. Je zegt eigenlijk tegen een kind: ‘Ik heb dit onzekere gevoel. Ik vind het lastig en ik zit hier nog steeds. Want ik zit hier voor jou!’ Dat maakt grote indruk op kinderen. Veel meer dan alle woorden die je gebruikt. Er is kracht nodig om kwetsbaar te zijn. Als dat je lukt, ben je een groot voorbeeld voor een kind